Ondanks dat er weer een aantal coronamaatregelen worden aangescherpt, lijkt het erop dat de meeste werknemers hun route naar kantoor weer hebben gevonden. Dat is ook goed te zien aan de drukte op de weg. De belangrijkste knooppunten slibben rond de spits weer dicht en de eerste filerecords van 2021 zijn alweer gebroken. Betekent dit dat we toch weer terug gaan naar de situatie voor corona of hebben we wel degelijk geleerd van de afgelopen periode en zien we de verwachte aanpassing in ons werk- en reisgedrag de komende tijd terug in ons woon-werkverkeer?
Thuiswerken als oplossing van het fileprobleem?
Hoe heerlijk rustig het op de weg was de afgelopen anderhalf jaar, des te drukker lijkt het nu de meeste bedrijven hun kantoren weer geopend hebben voor hun personeel. In eerder gepubliceerd onderzoek van Toogethr in opdracht van onderzoeksbureau Ruigrok NetPanel gaven de ondervraagde werknemers aan gemiddeld nog maar 2,8 dagen per week naar kantoor te willen, ten opzichte van de 4,1 dagen voor corona. Die uitkomst lijkt voorlopig dus nog niet te matchen met de realiteit op de weg van dit moment.
De algemene verwachting is echter dat we, in lijn met het genoemde onderzoek en onder meer de bevindingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), structureel meer gaan thuiswerken. En de momenten dat we wél naar kantoor gaan, doen we dat op tijden buiten de spits om en benutten werknemers de mogelijkheden hun werkdagen flexibeler in te delen. Ook mobiliteitsexpert Carlo van de Weijer, Director Smart Mobility en General Manager AI Systems Institute TU Eindhoven en vaste columnist voor het FD, denk dat thuiswerken invloed zal hebben op de manier waarop we ons bewegen. “Ik denk dat er een verschuiving plaats zal vinden van zakelijke mobiliteit naar vrijetijdsmobiliteit. Met de ervaringen van de afgelopen periode zal thuiswerken meer omarmd worden, die versnelling vindt nu plaats. Doordat we meer vanuit huis werken, wordt onze mobiliteit ook meer vrijwillig.”
Fileprobleem niet zomaar opgelost
Toch lijkt de filevorming van dit moment juist het tegenovergestelde signaal af te geven. Bij monde van voorzitter Steven van Eijck laat de Mobiliteitsalliantie, een samenwerkingsverband waar onder meer de NS, Transport & Logistiek Nederland, de Bovag en de ANWB deel van uitmaken, weten verrast te zijn door de explosieve stijging van het wegverkeer de afgelopen paar maanden. “Alle waarschuwingen ten spijt, het lijkt alsof we niets van de coronacrisis hebben geleerd.” Wat hem betreft is er te weinig gedaan met de positieve effecten van corona op onze mobiliteit. “We hameren al geruime tijd op het belang van meer flexibiliteit door reizigersstromen beter te spreiden: spreiding in tijd en spreiding in vervoersmiddelen.”
“Er is te weinig gedaan met de positieve effecten van corona op mobiliteit”
Dat we nog steeds vasthouden aan onze oude patronen blijkt onder meer ook uit ons meest recent gepubliceerde onderzoek. Met 75% is de auto nog steeds het meest gekozen vervoersmiddel om naar werk te reizen en daarbij ervaart slechts 28% van de reizigers een negatief gevoel wanneer ze de dag opstarten in de file. Voor een deel van de werknemers lijkt het er dan ook op dat ze niet snel uit zichzelf andere keuzes zullen maken, zo legt Henry Steenbergen, Project Lead Rabo Electric bij Rabobank en Sectorbankier Transport, Logistiek en Mobiliteit, uit. “Ik geloof wel dat er een verandering plaatsvindt hoe we naar duurzaamheid kijken. Alleen denk ik niet dat die verandering zo groot is als we denken. Er is namelijk een groep mensen die vinden dat het te druk is op de weg, maar wel accepteren dat ze in de file staan. Dat geeft aan dat ze niet per se willen veranderen.”
Werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen
De terugkeer van de dagelijkse files kan er dus op duiden dat we óf toch minder thuiswerken dan we onszelf hebben voorgenomen óf dat we zo vast zitten in onze gewoontes dat we, ondanks dat we de vrijheid wel hebben, gewoonweg niet in staat blijken onze mobiliteit flexibel in te delen. Werkgevers lijken in deze context een bepalende rol te spelen. Ons onderzoek laat namelijk zien dat 48% van de werknemers best bereid is voor een duurzaam vervoersmiddel te kiezen, mits ze daar wel voor beloond worden. Daarnaast geeft 36% van de ondervraagden aan de overstap te maken naar een elektrische fiets wanneer deze door hun werkgever beschikbaar wordt gesteld.
“Werkgevers moeten alternatieven faciliteren en aantrekkelijk maken”
Verschillende mobiliteitsexperts vinden dan ook dat werkgevers veel meer kunnen doen om de mobiliteit van hun werknemers te sturen. “Ook al zijn ze er aan gehecht, mensen zijn heus wel bereid uit de auto te komen”, geeft Henry Steenbergen aan. “Maar dan moet je de alternatieven wel aantrekkelijk maken en faciliteren. Bevorder je het gebruik van de elektrische fiets, zorg dan ook dat je ze op kunt laden en kunt stallen. Daarnaast kan het inzetten van mobiliteitsbudget prima werken als incentive. Neem mensen in ieder geval mee in je beslissingen en laat zien wat hun voordeel is van die beslissing, niet alleen in geld maar zeker ook in vitaliteit.”
Carlo van de Weijer denkt dat werkgevers nog veel meer in kunnen zetten op het gebruik van de fiets. “Er liggen nog genoeg mogelijkheden om het potentieel van fiets te benutten, bijvoorbeeld door de komst van de elektrische fiets en de speed pedelec. Daarin moet je de mensen wel een duwtje geven om een bepaalde gedragsverandering teweeg te brengen. Maar eenmaal geprobeerd, realiseren ze zich wat voor geluk het geeft en houden ze er meestal aan vast.”
Ben je benieuwd naar de resultaten van ons onderzoek en wil je meer bevindingen lezen van vooraanstaande mobilteitsexperts? Download de whitepaper en lees alles over de mobiliteit van werkend Nederland.